De voorstellingen in het Colosseum die soms zelfs honderd dagen duurden hadden een vast patroon. In de ochtend werden de dieren gedood. Hierna traden clowns op en werden de criminelen op gruwelijke en vaak op pijnlijk langzame wijze gedood. De misdadigers droegen een bord waarop je kon lezen wat ze hadden uitgehaald. Hierna kwamen dan de gladiatoren.

 

Gladiatoren gevechten

Het Colosseum werd gebruikt voor verschillende soorten schouwspelen in naam van de keizer. Eerst werden toneelstukken opgevoerd om de spelen in te leiden, waarna de gevechten begonnen. De personen die moesten vechten met dieren of anderen waren meestal ter dood veroordeelden of krijgsgevangenen en slaven. Dichtbij het Colosseum zaten verschillende gladiatorenscholen. De grootste, Ludus Magnus, had zelfs een eigen ondergrondse gang die verbonden was met het Colosseum. Soms werd de arena versierd om bijvoorbeeld de verhalen van Homerus na te bootsen en men kon het amfitheater vol water laten lopen om zeeslagen na te kunnen spelen. Dit kon op een gegeven moment niet meer en werd toen afgeschaft.  

Het amfitheater het Colosseum heeft onderaardse gangen en kooien met speciale liften voor de wilde dieren. De gaten waarin de palen staken, die al draaiende de touwen op wikkelden en zo de 28 liften omhoog hesen, er zijn nu nog  hypogeum te zien. 

Zeeslagen 

In het begin bestond de arena slechts uit zand. Hierdoor kon de arena onder water worden gezet. Er werden dan zeeslagen met krokodillen en waterslangen gehouden. Al snel bleek het aantal wilde dieren dat voor de voorstellingen nodig was zo groot dat er problemen ontstonden om ze tijdelijk te huisvesten. Zo werden er onder andere massa’s olifanten, zebra’s, nijlpaarden en elanden gebruikt. De oplossing werd gevonden in het bouwen van enkele verdiepingen onder de arena. Houten planken waarop zand gestrooid werd om het bloed makkelijk op te vegen sloten de onderaardse verdieping af.

Video Naumachia zeeslag

Maak jouw eigen website met JouwWeb