Schatten gevonden 

Rond 1995 hebben archeologen ontdekt, dat met de Joodse schatten uit de tempel van Jeruzalem het Colosseum voor een groot deel is gefinancierd. Het bewijsstuk was een steen van één van de ingangen van het amfitheater

 

Natuurrampen en meer. 

Het beroemde amfitheater is verschillende keren slachtoffer geworden van natuurrampen. In 217 na Christus raakte het Colosseum beschadigd door een blikseminslag en konden er vijf jaar lang geen spelen gehouden worden. Daarnaast zorgde verschillende aardbevingen ervoor dat het theater schade kreeg. De ruïne van het Colosseum werd in de 12e eeuw omgebouwd tot fort van de familie Frangipane een belangrijke Griekse familie. Het marmer in het theater was weggehaald en ook het ijzer en steen. Aan deze plundering kwam in 1749 een eind. Paus Benedictus XIV bepaalde toen dat het Colosseum historische waarde had en niet langer meer als een soort ‘steengroeve’ gebruikt mocht worden. Latere pausen lieten het amfitheater nog verder restaureren en archeologisch onderzoeken.